2. luchtdruksystemen voor pneumatische trilmotoren
2.1 Luchtverbruik en compressoren
Het luchtdrukverbruik, met name het gemiddelde luchtverbruik van een trilsysteem, is de basis van de berekening om de grootte van de compressor te bepalen.
De volgende tabel toont het luchtverbruik van onze pneumatische vibratoren in liters/minuut bij 2 en 6 bar werkdruk. De waarden kunnen 10% afwijken als gevolg van fabricagetoleranties.
Type | 2 bar | 6 bar | * | Type | 2 bar | 6 bar | * | Type | 2 bar | 6 bar |
K-8 | 83 | 195 | * | R-50 | 100 | 195 | * | DAR-2 | 70 | 200 |
K-10 | 92 | 200 | * | R-65 | 200 | 400 | * | DAR-3 | 100 | 300 |
K-13 | 94 | 225 | * | R-80 | 290 | 570 | * | DAR-4 | 120 | 360 |
K-16 | 122 | 280 | * | R-100 | 370 | 730 | * | DAR-5 | 130 | 390 |
K-20 | 130 | 340 | * | R-120 | 500 | 970 | * | DAR-6 | 170 | 470 |
K-25 | 160 | 425 | * | * | DAR-7 | 180 | 500 | |||
K-30 | 215 | 570 | * | * | ||||||
K-36 | 260 | 675 | * | * |
Type | 2 bar | 6 bar | * | Type | 2 bar | 6 bar | * | Type | 2 bar | 6 bar |
GT-4/6 | 33 | 83 | * | T-50-LP | 70 | 165 | * | FP-12-S | 1 | 25 |
GT-8/10 | 46 | 112 | * | T-50-HP | 80 | 190 | * | FP-12-M | 1 | 20 |
GT-13/16 | 120 | 390 | * | T-65-LP | 90 | 240 | * | FP-12-L | 1 | 20 |
GT-20/25 | 185 | 455 | * | T-65-HP | 110 | 290 | * | FP-18-S | 5 | 57 |
GT-30/36 | 330 | 745 | * | T-80-LP | 150 | 290 | * | FP-18-M | 4 | 25 |
GT-40/48 | 425 | 970 | * | T-80-HP | 150 | 390 | * | FP-18-L | 5 | 46 |
* | T-100-HP | 200 | 390 | * | FP-25-S | 13 | 93 | |||
FP-25-M | 23 | 87 | ||||||||
FP-25-L | 18 | 93 | ||||||||
FP-35-S | 23 | 162 | ||||||||
FP-35-M | 24 | 141 | ||||||||
FP-35-L | 38 | 135 |
2.1.1 Berekening van het gemiddelde luchtverbruik
1. luchtverbruik volgens tabel 2. 1.: CONS= ....... Liter/minuut
2. Werkingsfactor (aan/uit) × 100 % : OPF = .........%
3. Gemiddeld luchtverbruik = CONS × OPF : ACON = .......... liter/minuut
4. Totaal luchtverbruik = ACON × aantal vibratoren.
Om het gemiddelde luchtverbruik van verschillende vibratoren te berekenen, moeten de afzonderlijke gemiddelde luchtverbruiken bij elkaar worden opgeteld.
Om de grootte van de compressor te bepalen, wordt aanbevolen om 20% van het berekende luchtverbruik als veiligheid bij te tellen. Er moet ook rekening worden gehouden met lekken in het luchtsysteem, met andere aangesloten apparaten en met toekomstige uitbreidingen.
Om de grootte van de compressor te bepalen moet een andere factor in aanmerking worden genomen. Het is het hoogst mogelijke luchtverbruik dat optreedt wanneer alle eenheden tegelijk werken en de duur van deze periode.
maximaal mogelijk luchtverbruik = aantal trilmotoren × CONS voor ........... Minuten
= .......................... Liters/minuut tijdens ...........minuten
Met beide waarden, het maximaal mogelijke luchtverbruik en het gemiddelde luchtverbruik, moet rekening worden gehouden bij de keuze van de compressor.
2.2 Smering
Droog of niet droog? Dit is een belangrijke vraag. In het algemeen helpt smering de levensduur van bewegende delen te verlengen door de wrijving te verminderen. Dit geldt ook voor de kogeltrilmotoren van de K-serie en de rolvibratoren van de R-serie, omdat dit de levensduur kan verlengen. Bij rolvibratoren van de DAR- serie met messing kappen en bij turbinetrillers van de T- serie met onbeschermde lagers moet in ieder geval voor smering worden gezorgd (bij GT- types met ingekapselde lagers is smering niet nodig).
Door speciale materialen en coatings (Teflon) kan de wrijving zo worden geminimaliseerd dat de zuigervibratoren van de FP-serie zeer goede noodloopeigenschappen hebben. Alleen na enige tijd smeren is nodig om slijtage te voorkomen. De FPLF-serie heeft een speciale coating en kan zonder olie in de perslucht worden gebruikt.
De vraag hoeveel druppels olie per minuut voldoende zijn of hoeveel er te veel zijn, kan niet in het algemeen worden beantwoord. Het is mogelijk dat zuigercompressoren voldoende olie aan de perslucht afgeven dat een extra oliefilter niet nodig is. Anderzijds zou hetzelfde type compressor door lekken zoveel machineolie kunnen lozen dat dit, bijvoorbeeld in het geval van de DAR-vibrator, zou kunnen leiden tot een vermindering van de frequentie en kracht of tot olieverkleving. Luchtcompressoren met geïnstalleerde luchtdrogers hebben een olievat nodig als trillers van de T-, DAR-, en FP-serie worden gebruikt.
Belangrijk voor het smeren van findeva vibrators:
Gebruik olie met viscositeit: ISO VG 15 bij 15cST/40°C.
Klüber Airpress 15 wordt aanbevolen.
Als alternatief kunnen oliën met een viscositeit: ISO VG 5 met 5cST/40°C worden gebruikt.
De olie mag niet gaan kleven. Wij hebben hier een paar soorten voor u op een rijtje gezet:
Shell Tellus Oil C5
Esso Nuto H5
Mobil Velocite No.4
BP Energol HP 5
voor toepassingen in levensmiddelen: Mobil Whiterex 304 (plantaardige basis)
Opmerking: Olie met een andere viscositeit als hier vermeld vermindert de frequentie en kracht! Voor FP zuiger-vibratoren: In plaats van olie kan gedestilleerd water worden gebruikt. Het heeft een voldoende smerende werking. Minimaal 10 druppels per minuut.
Controleer de dempers op oliesporen en stel de smeerinrichting af op minimale (maar niet geheel zonder) oliewering. Vermeden moet worden dat te veel smering de prestaties van zuiger- of rolvibratoren vermindert.
2.3 Luchtfilters en drukregelaars
Alle compressoren zijn uitgerust met luchtfilters om de kleppen en zuigers tegen slijtage te beschermen. Deze perslucht is schoon genoeg voor al onze roterende vibratoren. Overblijvende kleine deeltjes worden doorgevoerd zonder de vibrator te beschadigen. Er moet echter een luchtfilter met een deeltjesdoorlaat van 5 mm of minder worden gebruikt. Dit zal helpen om de levensduur van de vibrator te verlengen.
Opmerking: Voor zuigervibratoren wordt het bovengenoemde luchtfilter < 5µm sterk aanbevolen vanwege de kleine tolerantie tussen de zuiger en het loopvlak.
Installatieadvies: Filter, dan regelaar en smeertoestel.
2.4 Persluchtleidingen
Het is uiteraard mogelijk vibratoren te bedienen door de luchtdruk of het luchtvolume te wijzigen. Er moet echter op worden toegezien dat de luchtdrukeenheden correct zijn gedimensioneerd. Als de diameter van de drukleidingen te klein is, zal de vibrator niet zijn volledige capaciteit bereiken.
Dit geldt vooral voor de luchtuitlaatleiding. Deze moet zo kort mogelijk zijn, aangezien het volume van de uitgaande (geëxpandeerde) lucht vele malen groter is dan het drukverschil.
De bijbehorende formule is V(on) × P(on) = V(off) × P(off) waarbij P de absolute druk is en niet alleen de overdruk. Dit betekent dat een vibrator die bij 6 bar werkt, een luchtafvoervolume produceert dat 6 maal groter is dan het luchtinvoervolume.
Schema voor de bepaling van de diameter en de lengte van de luchtdrukleidingen
Een te lange of te kleine luchtuitlaatleiding verhindert dat de luchtdruk in de vibrator volledig in vibratie-energie wordt omgezet.
Een geluiddemper die rechtstreeks op de vibrator is aangesloten, is de beste manier om zoveel mogelijk vermogen te benutten. Om de grootte van de toevoerleiding te bepalen, helpt het bovenstaande diagram om de vereiste leidingdiameter te bepalen.
Voorbeeld:
- Het luchtverbruik is 900 liter per minuut bij een luchtdruk van 4 bar.
- De lijnlengte is 10 meter.
- Begin aan de rechterkant met 900 naar links tot je de 4 bar lijn bereikt. Volg nu deze 45° naar boven tot de verticale scheidingslijn. Ga horizontaal verder naar links tot de 10 meter lijn. Volg deze 45° rechts omhoog naar de verticale drukverlieslijn in bar. De gewenste doorsnede of diameter kan nu horizontaal aan de linkerkant worden afgelezen.
Opmerking: Het luchtdrukverlies in de leiding mag niet meer dan 0,5 bar bedragen.
Anderzijds is het niet zinvol deze waarde zo klein mogelijk te houden, aangezien dit de omvang en de kosten van de leidingen verhoogt.
Een waarde tussen 0,1 en 0,5 bar zou ideaal moeten zijn.
De vereiste afmetingen van de luchtuitlaatpijp kunnen op dezelfde wijze worden bepaald. Gebruik in plaats van de inlaatdruk de uitlaatdruk van de vibrator, die tussen 0,2 en 0,5 bar ligt.
2.5 Afsluiters en drukregelaars
2.5.1 Drukregelaars
Met behulp van drukregelaars (b.v. naaldkleppen) kan de vibrator op de optimale werksnelheid worden afgesteld. Het regelbare debiet beïnvloedt de frequentie en de kracht van de vibrator.
Wij raden aan de regelaar tussen het luchtfilter en het smeertoestel te monteren om de best mogelijke resultaten te bereiken.
2.5.2 Luchtdrukkleppen
Voor sommige toepassingen, zoals het legen van trechters en bunkers, is het noodzakelijk de trilmotor slechts tijdelijk in te schakelen. Om dit te bereiken kan na het smeertoestel een magneetklep worden geplaatst. De plaatsing vóór het smeertoestel en de regelaar is nadelig, omdat de regelaar zich bij elke drukopbouw moet bijstellen en de volledige luchtdruk niet onmiddellijk beschikbaar is. Dit kan leiden tot een functionele storing in de vibrator. Het is ook aan te bevelen de klep zo dicht mogelijk bij de vibrator te plaatsen.
Opmerking: Monteer geen luchtdrukunits zoals luchtfilters, drukregelaars, oliesystemen, enz. op het vibrator systeem. De luchtdrukunits zouden niet goed werken.
ATTENTIE: Zorg ervoor dat de binnenbreedte van het ventiel groot genoeg is (vergelijk het schema om de maten van de luchtslang te bepalen). Anders is het niet zeker dat de vibrator zijn volle capaciteit kan bereiken of dat de zuigervibratoren kunnen starten. Het is ook mogelijk dat zuigervibratoren niet starten wanneer het luchtdrukventiel met de hand wordt bediend, aangezien de zuigervibrator een snel begin van druk nodig heeft om te starten. Probeer bij handbediening de klep zo snel mogelijk te openen of gebruik magneetkleppen.